Sinds 'Orchestra of bubbles', kent iedereen Apparat als de Duitser die samen met Ellen Allien tekende voor een van de spraakmakendste elektronische albums van 2006. Solo zoekt de schuchtere Berlijner meer zweverige oorden op: geen beats, maar verknipte strijkers, dromerige stemmen en zelfs vleugjes pop.


We ontmoeten Apparat op het terras van Het Depot in Leuven. Hoewel hij er zoals steeds stijlvol en afgeborsteld bijzit, klinkt de man niet erg gezond. De Duitser zit met een stevig kuchje opgescheept. 'Het moet de Belgische lucht zijn. Je gelooft me waarschijnlijk niet als je me zo bezig hoort, maar eigenlijk voel ik me de laatste maanden gezonder en frisser dan ooit. Vorig jaar, toen ik met Ellen Allien rondtoerde, was het allemaal een beetje té rock-'n-roll. Elke nacht de club in, optreden, feesten, dronken worden... Het duurde niet lang vooraleer mijn lichaam niet meer kon volgen. Daarom doe ik het dit jaar wat rustiger aan.'

Door het succes van 'Orchestra Of Bubbles' ging het plots erg hard voor Apparat. De combinatie van zijn melodieuze elektronica en de dansvloergerichte aanpak van Ellen Allien resulteerde in een felbejubeld album. 'Die plaat heeft heel wat deuren geopend. Bovendien vond ik zo mijn weg naar het technopubliek terug. Wist je dat ik als jonge snaak nog hardcore en hardtechno heb gedraaid? We organiseerden in die tijd party's op een oude Russische militaire basis. Op dat ogenblik voelde dat als the right thing to do. Wanneer ik daarna naar Berlijn verhuisde, kwam ik echter tot het besef dat ik muzikaal absoluut een andere richting uit moest. Ik had het gevoel dat mijn hoofd elk ogenblik kon ontploffen (lacht).' Sasha legde zich toe op verknipte, ietwat melancholische elektronica. Niet meteen een genre waarmee je een groot publiek bereikt. 'Ik moet toegeven dat dat lange tijd erg deprimerend was, maar nu ik door mijn samenwerking met Ellen wat meer naambekendheid heb verworven, merk ik wel dat er gelukkig heel wat mensen zijn die mijn stijl appreciëren. De grote massa zal steeds dezelfde makkelijk verteerbare beats, baslijnen en loops willen horen, maar er is wel degelijk een deel van het publiek dat het waardeert als je eens iets anders doet en muziek brengt die minder voor de hand ligt. Ik hoef ook niet persé 50.000 albums te verkopen."

Met 'Walls' is Apparat aan zijn tweede soloplaat toe. 'Het schrijven van 'Walls' beschouw ik zelf als het toppunt van artistieke verveling. De vier voorbije jaren begon ik telkens weer aan een track tot ik die beu was. Daarop begon ik aan een ander nummer en nog één en weer één, zonder de songs af te werken. Ik had gewoon de discipline niet mijn tracks te voltooien. Er stonden 70 songs op mijn harde schijf toen ik me realiseerde dat het zo niet verder kon. Ik moest mezelf dus dwingen om dertien nummers op punt te stellen. Je weet niet half hoe blij ik ben dat de plaat eindelijk af is (lacht).

Op die plaat zijn deze keer opvallend veel poppy invloeden te horen. Er staat zelfs een halve hiphoptrack op. 'Hiphop en r&b zijn zowat de enige muziekstijlen die ik echt verafschuwde. Toch ben ik op een dag beginnen luisteren naar werk van J Dilla en Timbaland en ik dacht 'verdorie Sasha, die sound zit echt wel goed in elkaar'. Zo minimaal en helemaal opgebouwd rond één sterke klank. Hoewel ik een grondige hekel heb aan de hiphopattitude en alles wat er omheen hangt, heb ik daar toch veel uit geleerd. Je moet er wel voor openstaan natuurlijk. Dat is ook de idee achter de titel 'Walls'. Je laat je niet alleen als muzikant maar ook als mens zo vaak tegenhouden door imaginaire muren. 'Oh nee, hiphop', ga je dan denken, hoewel je daar misschien toch iets mee wil doen. Als ik vroeger aan een nummer werkte dat nogal poppy klonk, vond ik dat dat niet mocht. Ik was immers bezig met elektronische muziek en dan is het not done om al te poppy uit de hoek te komen. Ik heb me nu voorgenomen me daar niets meer van aan te trekken en zo voel ik me plotsklaps een stuk vrijer. Ik probeer gewoon.'

En ook met zijn stem ging Apparat aan het experimenteren. Op 'Walls' zong hij drie nummers zelf in. En dat terwijl hij zelf dacht dat ie helemaal niet kon zingen. 'Ik was al een hele poos op zoek naar de juiste zanger. Ik wist perfect wat voor stem ik zocht, maar drie jaar lang heb ik die niet gevonden. Ellen (Allien) heeft me gepusht om het zelf te proberen. En wat blijkt? Zingen is helemaal niet zo moeilijk! Je moet enkel goed weten wat je wil bereiken. Als je zelf zingt, wordt je muziek vanzelf ook veel persoonlijker. Op die manier emoties uiten, vind ik wel niet eenvoudig. Teksten schrijven is voor mij vaak een vreselijk karwei. Ik zal nooit een extrovert persoon worden en van natuur ben ik erg verlegen.'

Zo lijkt het nochtans niet wanneer je Ring vlot hoort ratelen tijdens het interview. 'Aanvankelijk vond ik het erg lastig om te toeren omdat ik dan voortdurend moest praten met mensen die ik niet kende. Ik heb echt moeten leren om interviews te geven en om wat smalltalk te verkopen. Hoe ik mezelf dan verkocht als muzikant? Daarvoor kreeg ik gelukkig wat hulp van mijn makker T. Raumschmiere, waarmee ik het label Shitkatapult heb opgestart. Hij heeft me wegwijs gemaakt in de muziekwereld. Ik kan niet ontkennen dat ik de juiste mensen ben tegengekomen, maar het is wel allemaal toevallig gegaan. Ik heb me nooit beziggehouden met netwerken of zo. Ik zou het ook niet kunnen. Ik ben er van overtuigd dat de juiste mensen je wel vinden als je iets cools doet. Je mag niets forceren. Ik kan bijvoorbeeld echt niet tegen muzikanten die mijn MySpace volspammen om zichzelf te promoten.' Apparats Myspace-aversie is ook wederzijds. 'De schavuiten hebben mijn profiel gewist. Waarschijnlijk omdat ik iets te veel mijn ongenoegen had laten blijken. Intussen heb ik wel braafjes een nieuwe pagina aangemaakt. Tegenwoordig moet je als producer wel een MySpace hebben en zo blijf je ook wat in contact met fans. Maar verder vind ik het een vreselijk iets (lacht).'

Intussen runt T. Raumschmiere Shitkatapult op z'n eentje. 'Ikzelf ben er inderdaad mee gestopt. Ik ben muzikant en geen zakenman. Ik hoef niet alles te weten over wat er speelt achter de gordijnen van de muziekbusiness. Ik ben bang om die inside informatie onbewust mee te nemen in de opnamestudio. Dan ben je verkeerd bezig. Muziek moet je best op een erg naïeve manier maken, zonder dat je je bezighoudt met de zakelijke kant.

Tegenwoordig tokkelt Ring bijna elke dag op zijn gitaar. Hij wil zijn nieuwe nummers binnenkort helemaal live gaan brengen. 'We zijn nu aan het repeteren maar ik voel me zo'n idioot tegenover de andere muzikanten waarmee ik samenwerk. Ik krijg amper vier akkoorden uit mijn gitaar. Daar moet ik echt nog aan werken.' De Duitser heeft zichtbaar een serieuze evolutie ondergaan. Toen hij in 2003 'Duplex' uitbracht, beschouwde hij zichzelf nog louter als producer maar vandaag heeft hij meer weg van een elektronische singer-songwriter. ' De sound blijft wel elektronisch, maar omdat ik er live ook echte drums bij ga betrekken, zal Apparat automatisch meer als een rockband gaan klinken. Sommigen zullen dat beslist niet appreciëren, anderen wel. That's life. Laat mij maar gewoon dingen uitproberen (lacht)."

Joris Jonckheer

(gepubliceerd in Release Magazine, mei 2007)

Blog Widget by LinkWithin

One Response to "Interview Apparat"