Als Kenny 'Dope' Gonzalez ooit al zijn aliassen en projecten op zijn visitekaartje wil drukken, maakt hij er maar beter een A4'tje van. Je kent de imposante Amerikaan vooral als de helft van Masters At Work, als The Bucketheads (zie de partyclassic 'The Bomb') en als orkestmeester van stomende avonden vol house, hiphop, funk en soul.


Je groeide op in Brooklyn. Heeft dat je smaak beïnvloed, of zou je dezelfde muziek maken als je in pakweg Erps Kwerps geboren was?
KENNY DOPE: "Brooklyn is een smeltkroes van rassen en levensopvattingen die je bijna nergens anders aantreft. Zelf groeide ik op in een Spaanse buurt, maar wanneer ik door de straten liep, hoorde ik afwisselend joodse, Italiaanse en Jamaicaanse muziek. Zo heb ik een heel verscheiden muzikale opvoeding gekregen. En dat bepaalde in grote mate wie ik nu ben en hoe ik muziek benader."

Ben je al aangesloten bij een zelfhulpgroep voor excessieve verzamelaars? Je hebt een platencollectie om U tegen te zeggen.
KENNY DOPE: "That's right, en ik ben er ontzettend trots op. Muziek van a tot z, van disco over reggae tot soul, van overal ter wereld: Polen, Israël, Japan,... Mensen denken vaak dat ik alleen naar house luister, maar elk nummer dat uit het hart komt, wil ik hebben. Vroeger liet ik me rechtstreeks naar de dichtstbijzijnde platenwinkel brengen zodra ik met het vliegtuig ergens lande, maar daar ben ik mee gestopt. Er ligt hier nog een imposante berg onbeluisterde platen en ik vraag me af of ik ooit tijd ga hebben om die allemaal eens op te leggen."

Wat opvallend is: je lacht bijna nooit tijdens het draaien. Je doet het toch nog graag?
KENNY DOPE: "Ik zie er misschien zo niet uit, maar geloof me, als ik het niet leuk zou vinden, bleef ik wel thuis. Tijdens het draaien zit ik in een andere wereld en word ik helemaal opgeslorpt door de muziek, waardoor ik al de rest gewoon vergeet."

Het is de laatste tijd nogal stil rond Masters At Work, je project met Louie Vega. Werken jullie nog samen?
KENNY DOPE: "Tegenwoordig concentreren we ons op ons solowerk, al komen we nog sporadisch samen om een remix of een compilatie te maken, of om samen op te treden. We hebben een heel bijzondere band: we zijn soulmates en tegenpolen tegelijk. We hebben een erg verschillende stijl en we denken op een heel andere wijze over muziek, vrouwen en auto's. Maar tegelijk zijn we in de studio heel compatibel en is er een unieke muzikale chemie tussen ons."

Je schijnt erg gesloten te zijn. Klopt dat?
KENNY DOPE: "Goh, eigenlijk wel. Ik heb een heel hechte band met mijn jeugdvrienden, ik heb een vriendin, er is mijn familie en ik heb veel contact met mensen van de platenfirma's. Voor mij is dat genoeg. Ik hou van een rol op de achtergrond. Bij Masters At Work was ik ook niet degene die de interviews deed of een praatje ging slaan met fans. Mensen denken dan automatisch dat ik nors en verwaand ben, maar ik val best mee, hoor. Misschien moet ik toch maar eens leren lachen tijdens het draaien (lacht)."

Blik eens terug op het minst leuke optreden uit je carrière?
KENNY DOPE: "Dat was een paar weken geleden, in Korea. Ik zou met Serato (een systeem om mp3's te besturen met platenspelers, nvdr) draaien, maar ik kon mijn materiaal nergens aansluiten en er waren geen platenspelers. Alles was nochtans op voorhand afgesproken. De soundcheck was een regelrechte ramp en ik kon pas beginnen om drie uur 's morgens. Veel mensen waren dan al naar huis. Zoiets is ontzettend frustrerend, want die mensen weten natuurlijk niet wat er gaande is. Misschien dachten ze dat ik niet was komen opdagen of dat ik me backstage aan het bezatten was, terwijl ik er niets aan kon doen. Gelukkig staan daar heel wat memorabele avonden in bijvoorbeeld Ibiza, Tokio of Londen tegenover. "

Wat ga je op productioneel vlak nog uit je hoed toveren?
KENNY DOPE: "Ik sleutel nu aan een soloalbum met house, maar ook soul en urban. Ik heb nog veel werk voor de boeg, maar in september moet de plaat in de winkel liggen. En tussendoor hou ik me bezig met het uitbrengen van funk en soul op mijn label Kay-Dee Records, en met plaatjes draaien natuurlijk. Wat ik je op Tomorrowland zal voorschotelen, kan ik niet voorspellen, maar ik neem altijd veel muziek mee, zodat ik perfect kan inspelen op de vibe die er hangt."

STELLINGEN

Zeg je nog even hoe je over deze stellingen denkt? Laat ons beginnen met een uitspraak van je vriend Todd Terry: "Nummers remixen doe je voor het geld, want het is meestal de oorspronkelijke uitvoerder die met alle aandacht gaat lopen."
KENNY DOPE: "Niet mee eens! Ik vind dat ik voldoende waardering krijg voor mijn remixen. Het feit dat ze mij ervoor vragen, en niet iemand anders, vind ik al een vorm van appreciatie. Ik maak ook alleen remixen als ik echt iets kan bijbrengen aan het nummer. Ergens snel een andere drumloop en baslijn onder zetten en mijn factuur opsturen, doe ik niet. Echt, ik zou zo rijk zijn als de zee diep als ik zo zou werken, maar ik weiger voortdurend remixaanvragen, gewoon omdat ik het origineel maar een stom nummer vind of ik geen inspiratie heb. Ik doe alleen waar ik zin in heb."

STELLING 2: Een zwarte huidskleur helpt om soulful house te appreciëren.
KENNY DOPE: "Dat klopt niet, maar je moet de liefde voor warme muziek wel in je hebben. Of je nu zwart bent, spleetogen hebt of gewoon in België woont: overal vind je mensen die zich laten beroeren door muziek uit het hart. 't Hangt er natuurlijk ook van af hoe die muziek gebracht wordt."

STELLING 3: Software als Ableton devalueert het ambacht van het deejayen.
KENNY DOPE: "Zwijg me van laptops die zelf nummers aan elkaar plakken! 't Is misschien prima studiomateriaal, maar zo'n software hoort niet thuis in clubs. Ik raad beginnende deejays altijd aan om te leren draaien met platenspelers. Ze moeten weten hoe vinyl voelt en ruikt. Wil je daarna overschakelen naar cd's of Serato? Geen probleem, dat heb ik ook gedaan. Maar de basis leer je met platenspelers."

STELLING 4: Uiteindelijk worden muzikanten beter van illegaal downloaden.
KENNY DOPE: "Kijk, ik ben niet kwaad op mensen die illegaal downloaden, maar als muziekliefhebber betreur ik het wel. 't Is hún schuld dat er amper nog platenwinkels zijn. Zo'n shop is als een bibliotheek: als je er vaak komt, kent de eigenaar je smaak, en kan hij je boeken of albums op maat aanraden. Op muzieksites heb je dan wel keuze te over, maar begin er maar eens aan om op Beatport die overload aan releases en labels bij te houden."

STELLING 5: House wordt door het grote publiek ondergewaardeerd.
KENNY DOPE: "Dat klopt wel ergens, zeker omdat house vooral teert op singles. Je krijgt pas veel media-aandacht als je een album uit hebt. En om een album te maken, moet je een boeiend verhaal kunnen vertellen, terwijl er maar een paar artiesten zijn - Dennis Ferrer, Daft Punk, Basement Jaxx - die daar echt in slagen. Gelukkig zijn er labels als Defected die het probleem een beetje opvangen door mixcompilaties uit te brengen en grote parties te organiseren. Maar hou zeker ook Dennis Ferrer in de gaten, want van hem verwacht ik nog mooie dingen."

Joris Jonckheer

(gepubliceerd in Release Magazine, maart 2008)

Blog Widget by LinkWithin

One Response to "Interview Kenny Dope"