Ook met hun eigen maaksels, een krolse cocktail van balearic beats en Italo disco, brouwden Vito De Luca en Stephen Fasano het perfecte tegengif voor de loudness war die het gros van de dancescene uitvocht. De verwachtingen voor hun debuut waren daardoor zo belachelijk hooggespannen dat er wel vodden van moesten komen.
De twee raakten er niet uit of ze nu dansmuziek of pop aan het maken waren, en Vito besloot net voor de zomer om de boel voortaan in z'n eentje te runnen. Op 'We Can't Fly' laat hij zich eens goed gaan met breed uitwaaierende synthesizerarrangementen, bombastische gitaarsolo's en openlijk geflirt met lang vervlogen edities van het Eurovisiesongfestival. Het plaatje is bij momenten dan ook behoorlijk gay, maar het wérkt wel. De titelsong is één van de gelukzaligste deuntjes die we dit jaar al gehoord hebben, 'Superstar ' verzoent Giorgio Moroder met Daft Punk , en 'My Enemy ' is zo fout dat het weer goed wordt.
Een pak schoon volk doet mee: Merry Clayton (de tweede stem uit 'Gimme Shelter' van The Stones !) laat horen dat ze nog altijd aardig wat lawijt kan maken, bakvisje Sky Ferreira mompelt iets over champagne op een lome electrobeat,Jonathan Jeremiah vangt iets bijzonder aanstekelijks aan met een vreemde countrycadans, en die van Au Revoir Simone wiegen je aan het eind zachtjes in slaap. Dat klinkt als een onsamenhangend rommeltje van stijlen, en dat is het ook: Vito weet namelijk nog niet goed naar welke bestemming hij eigenlijk vliegt. Maar hij etaleert wél dat-ie een langspeler vol verbluffend muzikale en uiterst onderhoudende songs in elkaar kan schroeven, en dat is volgens de huidige sterrenkoers drie fonkelende exemplaren waard. Fair enough,lijkt ons.
(gepubliceerd in Humo - oktober 2010)
One Response to "Review: Aeroplane - We Can't Fly"